In het KNVB bondszwembad in Zeist zijn de Nederlandse waterpolovrouwen begonnen aan het Olympisch seizoen. De selectie van bondscoach Arno Havenga, met vier speelsters van het Utrechtse UZSC, heeft nog twee kansen om zich te plaatsen voor Tokio 2020.
De eerste mogelijkheid is in januari, tijdens het EK in Hongarije. De winnaar van dat toernooi plaatst zich direct voor de Olympische Spelen. Als dat mislukt is er in maart in Italië nog een herkansing tijdens het Olympisch Kwalificatie Toernooi. Daar zijn nog drie tickets beschikbaar.
De vier UZSC-sters in de selectie van Havenga zijn keepster Sarah Buis, Sabrina van der Sloot, Vivian Sevenich en Dagmar Genee.
Om de voorbereiding op de belangrijke toernooien zo goed mogelijk te laten verlopen, zijn de internationals die in het buitenland speelden teruggekeerd naar Nederlandse clubs. In het geval van UZSC keerden Sabrina van der Sloot en Vivian Sevenich terug. Met hun club zullen ze tussen de drukke trainingsweken met Oranje ook hun wedstrijden spelen. “We zien dat als een extra wedstrijdprikkel”, zegt bondscoach Havenga.
Bron: RTV Utrecht