
Met nog een week te gaan voordat de stembus van de Sportprijs Utrecht sluit is het hoog tijd om nader kennis te maken met de verschillende genomineerden. Verslaggever Pim van Esschoten ging op pad en voelde ze stuk voor stuk aan de tand. Hieronder de verhalen van de genomineerden in de categorie SportmanUtrecht 2015.
Sander de Wijn – hockey
Talent De Wijn komt tot volle wasdom
Toen Sander de Wijn werd genomineerd voor Sportman van het Jaar 2011 in Utrecht, werkte hij hard aan zijn fysieke gestel. Hij sprak over “een inhaalslag”. En zie, in 2015 is het talent van de verdediger van Kampong (in 2008 overgekomen van het Nijmeegse Union) en Oranje tot volle wasdom gekomen. Daarvoor was meer nodig dan een fysieke inhaalslag alleen. “Jarenlange toewijding, hard werken, steun van mijn omgeving en de wil om beter te worden,” aldus De Wijn. “Bovendien heb ik mijzelf in 2015 meer als leider ontwikkeld.”
Twee fonkelende prijzen pakte Sander de Wijn (25) afgelopen jaar. Met Oranje werd de EK gewonnen. Individueel was er de Gouden Stick, waarmee hij werd uitgeroepen tot beste speler van de Hoofdklasse.
Kampong bereikte de finale van de play-offs waarin Oranje Zwart de sterkste was. “Een mooie prestatie,” zei De Wijn vorig jaar. En nu: “Natuurlijk hadden we liever gewonnen. Maar kijk ook naar de stappen die we de afgelopen jaren als team hebben gemaakt. Die ultieme bekroning moet nog even wachten, maar we gaan vol enthousiasme, energie en toewijding door om dat doel te halen. Ook al was het een moeilijk seizoen met de nodige perikelen, we hebben iets losgemaakt bij de club. Finale verloren maar harten gewonnen, werd gezegd. Dat is ook veel waard.”
In de finale van de EK werd de vloer aangeveegd met Duitsland (6-1). Eerder verloor Oranje finales op de Spelen (2012) en WK (2014). De kentering kwam volgens De Wijn begin 2015 tijdens de stage in Zuid-Afrika, aan de hand van de nieuwe bondscoach Max Caldas en zijn staf. Toch was er ook kritiek op het “saaie” spel van Oranje tijdens de EK, vooral van de media. “Dat heeft ons wel eens geïrriteerd, want het was verre van saai. Ik geloof dat we zelfs de meeste goals scoorden.” Inmiddels heeft De Wijn – ook uitgeroepen tot Sportman 2015 bij zijn club – tot 2020 bijgetekend bij Kampong. “Het is mijn club geworden, ik voel mij er thuis. Het heeft ook te maken met wat ik van thuis heb meegekregen; ik ben erg loyaal. Bovendien hebben we een mooi team.”
Kaj Hendriks – roeien
Eerst Rio en dan de Varsity
Natuurlijk was Kaj Hendriks (28) blij met het brons op de WK in het Franse Aiguebelette, ook omdat de Holland Acht daarmee was geplaatst voor de Spelen. En toch, er zat meer in dan die derde plek. “Dat vertrouwen haalden we uit de race in de herkansing. Maar in de finale was één van ons wat ziekjes, het was geen optimale race.” Hendriks was in 2013 al Sportman van het Jaar in Utrecht na zijn wereldtitel in de vier-zonder in Zuid-Korea. Een jaar eerder werd de roeier van Triton in dezelfde boot vijfde op de Spelen van Londen. Zijn tweede Spelen lonken, maar hoe zeker is hij van een plek? “Het moet wel raar lopen als dat niet lukt. Maar inderdaad, het is niet voor honderd procent zeker. Je kunt een blessure krijgen, zoals ik heb meegemaakt in 2014.” Hendriks lag er dat jaar lang uit vanwege een hernia.
Lang roeide hij in de vier-zonder, nu in de Holland Acht, het vlaggenschip van de Nederlandse vloot. “Mijn hart ligt nog bij de vier-zonder. Komt ook door de mooie resultaten, want zo’n wereldtitel vergeet je natuurlijk niet. Maar dat brute geweld in de acht is ook heel mooi. En Nederland heeft een mooie geschiedenis met de acht.” Wat het in Rio ook gaat worden, na de Spelen pikt Hendriks de draad van zijn studie weer op en zet het vizier op de Varsity. Zoals hij ooit zei: “Ik stop niet met roeien voor ik die race heb gewonnen.” Dat lukte ook niet in 2015, hoewel Triton tot favoriet was bestempeld. Want met Hendriks en Harold Langen (óók Holland Acht) had de organiserende vereniging een superduo aan boord. Die andere twee in de Oude Vier tellen echter ook mee. “We hadden te weinig tijd voor de voorbereiding. Dat komt in 2017 wel goed. Niet dit jaar, de focus is nu volledig op Rio gericht.” Hendriks neemt de Varsity (sinds 1878) serieus. “Het is de historie, de eer voor de vereniging. Vorig jaar waren er zelfs oud-leden van Triton uit Zwitserland naar het Amsterdam-Rijnkanaal gekomen. Omdat het deze keer wellicht zou gaan gebeuren…” Ze konden de kleren aanhouden en op de kant blijven, zoals alle jaren sinds de laatste zege in 1967. En dat zit Hendriks dus dwars.
Lars van der Haar – veldrijden
Lars van der Haar en ‘die twee’
Als een duveltje in een doosje was Lars van der Haar aan de top gekomen. In Tábor (Tsjechië) had in januari 2015 de bekroning van die opmars moeten komen met de wereldtitel. Maar ineens stonden daar twee beloften, die besloten zich in te schrijven bij de elite. De titel ging naar Mathieu van der Poel, Wout van Aert klopte Van der Haar in de sprint om het zilver.
“Zouden ze niet zijn overgekomen, had ik die wereldtitel gepakt. En nog veel meer wedstrijden gewonnen. Toch ben ik heel trots dat ik bij ze in de buurt zit. Die twee hebben het niveau enorm opgekrikt. Ze hebben het veldrijden ook veranderd. Zij rijden vanaf de eerste ronde volle bak en nemen onderweg nauwelijks gas terug. Dat was voorheen anders. Dan ging het ene rondje heel hard en de volgende twee wat rustiger.”
Toch liggen de verhoudingen niet helemaal vast. Er zijn immers dagen dat Van der Haar – 24 jaar en lid van De Volharding – uitpakt. Zo won hij in het najaar de WB-wedstrijd in Valkenburg en de strijd om de eerste Europese titel voor profs. En hoe dicht was hij niet bij de winst tijdens de WK in Heusden-Zolder, eind januari (al telt dat niet mee voor zijn nominatie voor 2015). “Ik heb mijn momenten,” zegt de opvallend kleine (1.69 meter) renner. “Als ik een goede dag heb zoals tijdens de EK dan win ik.” Belangrijk is dan wel een parkoers dat hem ligt. “Om te winnen heb ik dat nodig. Ik heb graag een technische omloop, met veel korte klimmetjes. Afwisselend, dus ook met stukken waar je heel even kunt herstellen. Die twee zijn zo goed, het maakt hun niks uit. Het zijn allrounders.”
Voor Vlamingen lijkt het veldrijden de belangrijkste bijzaak in het winterleven. Nederland doet goed mee, maar de concurrentie uit andere landen wordt minder. Jammer? “Ze doen wel mee,” zegt Van der Haar. “Nogmaals, het niveau is met Van der Poel en Van Aert enorm omhoog gegaan. De rest raakt dan vanzelf uit beeld, ze komen er niet meer aan te pas. Of dat jammer is? Mij maakt het niet uit waar de concurrentie vandaan komt. Of het nu een Zwitser is of een Belg.”