Als klein meisje ging ze al met haar vader mee wanneer hij moest badmintonnen. Al snel speelde ze haar eigen wedstrijden en maakte ze definitief de keuze voor het badminton. “Over drie jaar wil ik tot de Europese top en eigenlijk ook tot de wereldtop behoren”, zegt de 15-jarige Nadia Choukri.
“Wanneer ik met mijn vader mee ging, speelde ik vaak al wedstrijden mee. Toen ik acht jaar oud was, ben ik zelf gaan trainen. Tussendoor deed ik ook aan zwemmen, turnen en taekwondo maar ik vond badminton zo leuk dat ik er meer mee wilde doen. Daarom besloot ik te stoppen met de andere sporten en me volledig te richten op badminton”, geeft de studente van het Volt College aan.
Vorig weekend stond ze bij het Nederlands Kampioenschap al tussen de beste speelsters van het land. “Ik kreeg donderdagmiddag te horen dat mijn opa is overleden en vrijdag begon het NK. Mentaal was dat zwaar. Ondanks alles heb ik de laatste 16 gehaald in het vrouwenenkel. Ik verloor op het nippertje van een dame die al jarenlang in de eredivisie speelt. Ik denk dat ik in het weekend vooral mentaal veel sterker ben geworden en daarmee mijn zelfvertrouwen heb kunnen vergroten. Volgend jaar speel ik zelf ook in de eredivisie, voor mij was dit echt een goede krachtmeting.”
De in Utrecht wonende Nadia komt uit voor Drop Shot uit Den Haag. Met die club promoveerde ze dit jaar naar de eredivisie. Ik heb het erg naar mijn zin bij de club en kijk er enorm naar uit om op het hoogste niveau van Nederland uit te komen.” De basis kreeg ze mee van trainer Leon Lackin. “Hij zorgde voor een stijgende lijn in mijn carrière. In 2016 werd ik Nederlands Kampioen bij de junioren. En vanaf dat moment mocht ik meetrainen met de Nederlandse selectie en werd ik ook uitgezonden op internationale toernooien. Ik train vier ochtenden in Almere, één keer op Papendal en twee keer in Driebergen. Daarnaast doe ik twee keer aan krachttraining en ga ik nog twee keer hardlopen. Ik train wel 20 uur per week.” Ze weet waar ze het voor doet. “Ik wil als ik 18 jaar ben bij de Europese- en wereldtop horen.”
Bron: Stadsblad Utrecht